Voor het eerst van hun leven in Amsterdam. Het was mooi weer. De familie Boom was aangenaam verrast toen zij ons volgens afspraak op het CS ontmoetten.
In de oorlog fietste mijn vader van Amsterdam naar Wierden en kocht bij de familie Boom aardappelen. Vrienden voor het leven zou je denken. Op de fiets. Mooi. Toen ik tien was moest ik als stadsjongetje maar eens leren waar de melk vandaan kwam. In Wierden, Lage Eggeweg 6, leerde ik melken en varkens voeren. Ik verbleef twee weken op de boerderij en vond het geweldig. Toen de familie Boom enkele jaren later bij ons op bezoek kwam, zag ik verschillen. Andere culturen, andere taal. Ojawahdakawah betekent Oh jawel dat kan wel. Op de foto v.l.n.r. mijn moeder, boer Teun, zijn vrouw, mijn vriend Wim en ik. Bij het open waterfront voor het CS. In 2021 zocht ik Wim op in de Lage Eggeweg 6. Hij was verhuisd. Maar woonde wel in de buurt.
Amsterdam door de jaren. Ik hou van mijn stad. Dat blijft.
Op de hoek van de Ruyterkade en Martelaarsgracht. Cafe Karpershoek. Het oudste cafe van Amsterdam is onze ontmoetingsplaats. Hier beginnen gezellige avonden voor mijn vrienden als we met de trein, tram of metro komen.
Cafe de Ooievaar. Hartje Jordaan een gezellig klein bruin kroegje. Je kan hier gewoon nog op de bar dansen. Zoals Brandon laat zien.
I am. Trendy Amsterdam. Er zijn nog specials in mijn stad. De globalisering treedt binnen. I am sterdam. De meeste bewoners in onze stad zijn van oorsprong geen Amsterdammers. Ongeveer de helft van de inwoners heeft buitenlandse roots. De stad is veranderd. Maar overal ter wereld is alles veranderd.
Vanuit het centrum ga je door de Raadhuisstraat en de Rozengracht naar Amsterdam West. De foto kijkt naar het westen, naar de Westerkerk. Aan de andere kant, aan de centrumkant kom je achter het paleis op de Nieuwezijdsvoorburgwal uit. Rechtsaf was de postzegelmarkt en linksaf is het CS. Stap je hier uit en loop je om het paleis op de Dam heen. Dan kun je linksaf de Nieuwendijk en rechtsaf de Kalverstraat op.
Op de lagere school kreeg ik muziekles. Zo leerde ik klassieke muziek waarderen. Je leerde wat je je bij een piccolo of bij pauken moest voorstellen. Een symfonieorkest bestaat uit vele mensen met allemaal verschillende muziekinstrumenten en taken. Toen ik kok was ging ik vaak op mijn vrije woensdagochtend met mijn moeder naar het concertgebouw om de generale repetitie van het Concertgebouworkest te beleven. Mijn tante Joe, was pianiste en getrouwd met Jan Nieland. In het concertgebouw hebben zij elkaar leren kennen. Jan was componist en vaste organist in het concertgebouw. Samen richtten zij het Naardens Muziek Lyceum op. Op Nagtglaslaan nummer 9. Lidy, mijn zusje leerde in het Concertgebouw James Brown kennen. Ja, die van Get On Up, de Sexmachine.
De waarde van meesters leer je pas kennen als je er vaak naar kijkt. We leerden details zoeken en de oudheid van een schilderij schatten. Jan Toorop, Ruysdael, van Gogh en van Rijn. Alle werken hangen aan de muur en moesten geanalyseerd. Met school kregen we museum les in het Rijks. Op de foto het Museumplein en het Rijksmuseum te Amsterdam in 1973.
Kruisraketten. Op het Museumplein was de grootste demonstratie ooit in Nederland. Dit was in de tijd van Jimmy Carter. Wij wilden liever een Rus in de keuken dan een neutronenbom in de tuin. We waren met een miljoen vreedzame demonstranten.
IJs op de Herengracht naast het Thorbeckeplein. De grachten zijn een sprookje in de winter als het flink onder nul is.
De Keizersgracht gezien vanaf de Utrechtse straat richting Amstel.
Schaatsen op natuurijs naast het Amstelveld, aan de Prinsengracht. Geweldig. En met koek en sopie.
De Amstel ter hoogte van Circustheater Carré tijdens zonsondergang.
Maar hem later weer terugvinden is ook nog wat. En als je hem dan hebt kun je alle kanten op. Noord, Oost, Zuid en West.
Pak de fiets en fiets vanaf de pontjes achter het Centraal Station naar alle windstreken.
In mijn kinderjaren werd de Cornelis Lelylaan gebouwd. Dit viaduct was helemaal nieuw. Deze pilaren dragen het viaduct over de Johan Huijzingalaan. Toen ik ongeveer tien jaar oud was, was de Johan Huijzingalaan de enige verbindingsweg tussen noord en west. Al het verkeer uit het noorden van het land richting Den Haag en Rotterdam kwam hier langs. Deze rotonde heeft zijn functie verloren toen de A10 Ring West in gebruik werd genomen.
De Magere brug, the skinny bridge, de oudeophaalbrug over de Amstel van de Kerkstraat naar de Nieuwe Kerkstraat. Er staan nog enkele ophaalbruggen als deze in de stad. Maar in het Amsterdamse bos staan er nog een paar bij de Bosbaan.
De Kloveniersburgwal gezien vanaf de brug bij de Staalstraat aan de achterkant van het Binnengasthuis.
Op de kleuterschool zat ik in eerste klas bij juffrouw Peerdeman. In de Louis Bouwmeesterstraat stond het bejaardenhuis, de drie hoven, er nog niet. Dit was ons veldje, voetballen, huttenbouwen. In de tank van het geplande nieuwe Esso benzinestation stookten wij een vuurtje. Levensgevaarlijk. Maar ja zo zijn kinderen. Ans haar konijn overleefde elke kerst weer tot ie oud en taai was en uit zichzelf overleed.
Onze badkuip, waar ik de snoeken en baarsen die ik met Fritz gevangen had in liet zwemmen. Daarna gingen we ze schoonmaken, fileren en door de bloem halen en bakken.
Strak geknipt beter voor je toekomst, zei mijn vader Jacob.
Amsterdam West Slotervaart. De trap naar de tramhalte Johan Huijzingalaan.
Hamrolletjes met asperges op een huzarensalade, kappertjes in een anchovisfiletje.
We gingen een keer met de legerclub op vakantie. Ze noemden het een oefening. Het was gewoon als op de camping. Koken in je tentje. Hoewel onze kooktoestellen waren toen petroleumvergassers. En we kookten voor honderden. Ja, dat was leuk.
En als ik dan weer in mijn stad kom, dan ruik ik mijn stad, ik ruik het water in de grachten, dat ruikt nergens anders ter wereld zo. dan hoor ik mijn stad. Ik hoor de trams tsjielpen in hun rails als ze de bochten te hard nemen. Het lijkt wel of hun tjielpen vroeger harder was.
Dak van het voormalig stadhuis van Amsterdam, gezien vanuit de Bijenkorf. Heldhaftig, vastberaden en barmhartig Cafe het Hoekje, met ons wapenschild. De drie witte kruisjes op zwart.
We gaan terug naar de kust, naar het mooie Egmond aan Zee.